Verzetsstrijdster A. Visser overleden

  • Doortje Briedé

    Atie Visser in een interview met de EO in 2011 © EO

    In Rotterdam is de verzetsstrijdster Atie Visser op 100-jarige leeftijd overleden. Gerarda Alida Ridder-Visser was in de Tweede Wereldoorlog koerierster voor het verzet.

    Onder de naam Karin was ze sinds 1944 lid van de knokploeg van Marinus Post, die zelf aan het eind van dat jaar werd opgepakt en gefusilleerd. Ze schreef later een boek over Post.

    Lees verder op nos.nl

    Doortje Briedé-Bultman
  • Doortje Briedé

    Verzetsstrijdster Atie Visser overleden

    Verzetsstrijdster Atie Visser is woensdag op 100-jarige leeftijd overleden. Dat meldt haar familie vandaag in een overlijdensadvertentie, meldt persbureau Novum.

    In de Tweede Wereldoorlog maakte Visser deel uit van de knokploeg Evert. Ze deed mee aan overvallen op distributiekantoren. Met de geroofde goederen werden ondergedoken joden en andere Nederlanders in leven gehouden.

    In 2011 kwam Visser in opspraak, omdat ze toen de moord op Felix Guljé in 1946 bekende. Dat deed ze in een brief aan burgemeester van Leiden Henri Lenferink, die de bekentenis openbaar maakte. Na de oorlog maakte het verzet buiten justitie om actief jacht op mensen die zouden hebben samengewerkt met de bezetter.

    Lees verder op nrc.nl

    Doortje Briedé-Bultman
  • Doortje Briedé

    Atie Visser (1914-2014): ‘Ik was ervan overtuigd dat ik het goede deed’

    Ze was tijdens de oorlog een van de weinige vrouwen in het verzet. Atie Visser maakte zelfs deel uit van een knokploeg. En met diezelfde knokploeg liquideerde ze de Leidse ingenieur Felix Guljé. Hij was onschuldig, bleek later. “Dat wist ik niet”, zei Visser eerder dit jaar in een interview met Trouw. “In onze ogen was Guljé een landverrader.” Vandaag overleed de oud-verzetsvrouw op 100-jarige leeftijd in haar woonplaats Rotterdam.

    Vijfenzestig jaar zwijgen en dan op je 96ste een moord opbiechten. Oud-verzetsvrouw Atie Ridder-Visser veroorzaakte drie jaar geleden opschudding met haar bekentenis dat zij op 1 maart 1946 de Leidse ingenieur Felix Guljé vermoord had. Reden: hij was een landverrader. En aangezien de autoriteiten hem ongemoeid lieten, nam het verzet het recht in eigen hand.

    Na haar bekentenis klonken al snel berichten dat Guljé, directeur van de Hollandse Constructie Werkplaatsen (HCW) in Leiden en voorzitter van de Katholieke Werkgeversvereniging, helemaal niet fout was geweest in de oorlog. Integendeel: hij zou zelfs Joodse onderduikers in huis hebben gehad.

    Daar heeft Ridder nooit iets van geweten, zegt ze nu. Ze is bijna 100, stokdoof maar helder van geest. Aan de oorlog denkt ze dagelijks, meer dan ooit eigenlijk. “We deden wat we wilden.” Ridder zal het in de loop van het gesprek een paar keer herhalen.

    Lees verder op trouw.nl

    Doortje Briedé-Bultman