Zaterdag 22 november 1997: Susanne Groenenberg uit Gorinchem overlijdt in een Amsterdams ziekenhuis, 22 jaar oud. Enige uren ervoor is ze zwaargewond gevonden op station Amstel. Zelfmoord, concludeert de politie. Haar vader, Gerard Groenenberg, legt zich er niet bij neer en zoekt verder, nog steeds.
De dag waarop Groenenberg hoort dat zijn dochter dood is, komt het dak naar beneden, zoals hij zelf zegt. ,,Op de dag dat ze stierf - zaterdag 22 november 1997 - was ik druk bezig voor voetbalclub SVW'', herinnert hij zich, zittend in zijn woonkamer in Arkel, waar hij al enige jaren woont. ,,Die maandag erna belde haar baas dat Susanne niet op haar werk was verschenen. Niemand wist waar ze was.''
Diezelfde maandag valt er een brief op de deurmat. Van Susanne. ,,Kijk'', zegt Groenenberg, terwijl hij voorzichtig een envelop uit een plastic mapje haalt. Daarin zit een handgeschreven brief. A4-formaat. Het allerlaatste teken van leven van zijn dochter. Alleen is dat op dat moment nog niet duidelijk. ,,Ze schrijft dat ze zelf haar problemen gaat oplossen en er niet voor kiest deze nog eens voor zich uit te schuiven. Ik hoef me absoluut geen zorgen te maken, dat schrijft ze ook. Helemaal aan het eind.''